Laudato si’: Wat is het verschil tussen de schepping en de natuur?

door: Jan Peeters

11 september 2020

foto’s door: Servizio Fotografico – L’Osservatore Romano

Laudato si’: Wat is het verschil tussen de schepping en de natuur?

Dit is het derde en laatste artikel in een drieluik over Laudato si’. Juist gelovigen moeten extra zorg hebben voor het behoud van de schepping, luidt de boodschap van paus Franciscus’ ‘milieu-encycliek’ Laudato si’. Vijf jaar na de publicatie ervan wil de Kerk met een speciaal Laudato si’-jaar er meer handen en voeten aan geven. Schepping is meer dan alleen de natuur.

In het tweede hoofdstuk van zijn encycliek gaat paus Franciscus in op de plaats die God aan de mens heeft toebedacht in het geheel van de Schepping. Voor de joods-christelijke traditie houdt het begrip “schepping” meer in dan alleen de natuur. Het gaat om Gods plan van liefde, waarin ieder schepsel en al het andere geschapene zijn eigen waarde en betekenis heeft. Natuur wordt vaak verstaan als een systeem dat men analyseert, begrijpt en beheert. Schepping daarentegen kan alleen worden begrepen als een geschenk van God de Vader, wiens liefde ons samenroept tot een universele gemeenschap.

“Het woord van de Heer heeft de hemel gemaakt”, leert ons de Schrift (Psalm 33, 6). Dit betekent dat de wereld voortkomt uit een besluit, niet uit chaos of toevalligheid. Het heelal is niet het resultaat van een willekeurige almacht, machtsvertoon of verlangen naar zelfbevestiging. De fundamentele reden van de schepping is Gods liefde: “Want alles wat bestaat hebt Gij lief en Gij verafschuwt niets van wat Gij gemaakt hebt; ja, als Gij iets gehaat hadt, zoudt Gij het niet geschapen hebben” (Wijsheid 11, 24).

Zo is ieder schepsel onderwerp van de tederheid van de Vader, die het een plaats in de wereld wijst. Zelfs het meest onbelangrijke en vluchtige leven is onderwerp van zijn liefde en in die weinige seconden van zijn bestaan omgeeft Hij het met zijn genegenheid. De heilige Basilius de Grote zei dat de Schepper ook “goedheid zonder berekening” is. Dante Alighieri sprak van de “liefde die de zon en de andere sterren beweegt.” Tegelijkertijd heeft het joods-christelijke denken de natuur ontmythologiseerd. Zonder op te houden haar te bewonderen om haar schittering en onmetelijkheid heeft het haar geen goddelijk karakter meer toegeschreven.

“Een broze wereld, door God aan de zorg van de mens toevertrouwd, doet een beroep op ons om onze capaciteiten op intelligente wijze te oriënteren, uit te oefenen en te begrenzen.”

Een terugkeer naar de natuur mag niet ten koste gaan van de vrijheid en verantwoordelijkheid van de mens, die deel uitmaakt van de wereld en de opdracht heeft zijn eigen capaciteiten te gebruiken om haar te beschermen en haar mogelijkheden te ontwikkelen. Een broze wereld, door God aan de zorg van de mens toevertrouwd, doet een beroep op ons om onze capaciteiten op intelligente wijze te oriënteren, uit te oefenen en te begrenzen.

De Schepper is aanwezig in het diepste binnenste van ieder ding, zonder inbreuk te maken op de autonomie ervan. Deze goddelijke aanwezigheid, die het voortbestaan en de ontwikkeling van ieder wezen waarborgt, is de voortzetting van zijn scheppend handelen. De Geest van God vervult het heelal met potenties die het mogelijk maken dat daaruit steeds iets nieuws kan ontstaan. Paus Franciscus spreekt over een “goddelijke kunst”, die staat geschreven in de dingen, waardoor zij zelf bewegen naar een bepaald doel toe. Hij vergelijkt het met een denkbeeldige scheepsbouwer die het hout opdracht geeft zichzelf te vormen tot een schip.

Ook al veronderstelt de mens processen van evolutie, toch brengt de mens een nieuwheid met zich mee die niet geheel is te verklaren uit de evolutie van andere open systemen. Ieder van ons heeft een persoonlijke identiteit, die in staat is in dialoog te treden met de ander en met God zelf. Vermogen tot reflectie, redeneren, creativiteit, interpretatie, artistieke uitwerking en andere nieuwe vaardigheden laten een uitzonderlijkheid zien die boven het fysieke en biologische niveau uit gaat.

“Het idee dat hulpbronnen het eigendom worden van wie de macht heeft, staat lijnrecht tegenover de boodschap van Jezus.”

Daarbij mogen we de andere levende wezens niet beschouwen als louter ‘dingen’. Wanneer de natuur alleen maar wordt gezien als een object van profijt en belang, dan brengt dat ernstige gevolgen voor de maatschappij met zich mee. Het idee dat hulpbronnen het eigendom worden van wie het eerste komt of van wie de macht heeft (de winnaar krijgt alles) staat lijnrecht tegenover het model van harmonie, gerechtigheid, broederschap en vrede dat Jezus voorhoudt. Hij verwoordde dat zelf zo: “De heersers der volkeren regeren hen met ijzeren vuist en de groten maken misbruik van hun macht over hen. Dit mag bij u niet het geval zijn; wie onder u groot wil worden, moet dienaar van u zijn” (Matteüs 20, 25-26).

Dat de mens beeld van God is, laat onverlet dat ieder schepsel een functie heeft en er geen enkel overbodig is. Uit heel het materiële heelal spreekt de liefde van God, zijn mateloze genegenheid voor ons. Bodem, water, bergen, alles is liefkozing van God. De geschiedenis van onze eigen vriendschap met God ontwikkelt zich altijd in een geografische ruimte die een zeer persoonlijke betekenis krijgt, en ieder van ons bewaart er dierbare herinneringen aan. Aan de bergen waartussen je bent opgegroeid, het beekje waar je als kind uit dronk of het plein waar je speelde. Wanneer je ernaar terugkeert, vind je iets terug van je eigen identiteit.

“God heeft met de schepping een schitterend boek geschreven.”

God heeft met de schepping een schitterend boek geschreven “waarvan de letters de menigte schepsels zijn die in het heelal aanwezig zijn.” Het geheel van het heelal laat met zijn complexiteit het best de onuitputtelijke rijkdom van God zien. De heilige Thomas van Aquino onderstreept dat de veelheid en verscheidenheid ervan door God zo bedoeld is, omdat alleen het geheel iets laat zien van Gods onmetelijke goedheid.

Het belang en de betekenis van ieder schepsel worden begrepen in het geheel van Gods plan. De Catechismus stelt het zo: “De onderlinge afhankelijkheid van de schepselen is door God gewild. De zon en de maan, de ceder en het bloempje, de adelaar en de mus: het schouwspel van hun oneindige verscheidenheid en ongelijkheid betekent dat geen enkel schepsel aan zichzelf genoeg heeft. Zij bestaan slechts in onderlinge afhankelijkheid om elkaar wederzijds aan te vullen, ten dienste van elkaar” (CKK 340).

  • Het Laudato si’-jaar begon met de Laudato si’-week (16-24 mei 2020), precies vijf jaar na de publicatie van de encycliek op 24 mei 2015
  • Laudato si’ is in het Nederlands beschikbaar op rkkerk.nl

Lees ook

Illustratie

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en mis niets

Wij zijn uw inschrijving aan het verwerken.

Bedankt voor uw inschrijving op onze digitale nieuwsbrief.

Er is iets mis gegaan bij het verwerken van uw inschrijving.

× Deze popup niet meer weergeven