8 x Portugal: de geschiedenis (longread)

door: Hans de Jong

23 maart 2023

foto door: Denise Jans via Unsplash

8 x Portugal: de geschiedenis (longread)

Deze zomer reizen jongeren voor de Wereldjongerendagen (WJD) naar Lissabon in Portugal. Hoeveel mensen wonen er? Wanneer werden de mensen christen? Wie stichtte Lissabon? Wat waren belangrijke personen en ontwikkelingen? Je leest het in 8 x Portugal: de geschiedenis.

Portugal ligt aan de Atlantische Oceaan en heeft een oppervlakte van 92.000 vierkante kilometer. Daarmee is het ruim twee keer zo groot als Nederland. Het is onderdeel van het Iberisch Schiereiland en heeft slechts één buurland, Spanje. Portugal kent ongeveer 10 miljoen inwoners. Wij in Nederland 17,5 miljoen. Het zuiden van Portugal heeft een mediterraan klimaat met warme zomers. In Lissabon wordt in juli en augustus de warme zomer gemilderd door de zeewind. De ligging aan zee heeft de geschiedenis van Portugal bepaald.

Ongeveer 94 procent van de bevolking is rooms-katholiek. De kerkgeschiedenis van het land begint in de derde eeuw. Portugal was al lang voor die tijd bewoond. De eerste sporen van bewoning treffen we aan in het tweede millennium voor Christus. De eerste bewoners leefden in versterkte heuveldorpen.

1. Wie stichtte Lissabon?

In de negende eeuw voor Christus vestigden zich Fenicische kolonisten in het land om drie eeuwen later plaats te maken voor Grieken. In de vijfde eeuw voor Christus veroverden de inwoners van Carthago Spanje en Portugal. Op hun beurt verdreven de Romeinen hen rond 200 voor Christus. De Romeinen lieten verschillende sporen na en stichtten onder meer steden als Evora en Lissabon. Ook legden zij wegen aan tussen Noord- en Zuid-Portugal.

Met de Romeinen kwam ook het christendom naar Portugal. De vervolgingen onder keizer Diocletianus (284-305) lieten ook Portugal niet onberoerd. We beschikken over getuigenissen van christenen die hun leven gaven voor hun geloof. In 313 erkende keizer Constantijn de Grote bij het edict van Milaan het christendom en kon de Kerk zich ontplooien. De eerste bisdommen werden opgericht. Al voor 400 was Braga de zetel van een aartsbisschop. Rond die tijd was de kerstening van het land voltooid.

Beschilderd Portugees tegeltje van WJD@Home 2023. (Foto: Ramon Mangold)

2. De heilige aartsbisschop van Braga

Binnen het christendom bestonden verschillende stromingen. Na de val van het West-Romeinse Rijk in 476 bezetten de Sueven en Visigoten het land. Zij hingen de leer van Arius aan die leerde dat Jezus ondergeschikt is aan de Vader. Door de inspanningen van de heilige Martinus van Braga (510-580), die aartsbisschop was van Braga, bekeerden deze stammen zich in de zesde eeuw tot het katholicisme. Het kerkelijk leven bloeide op. Op het einde van de zesde eeuw kende het gebied van het huidige Portugal twee kerkprovincies en dertien bisdommen.

3. Portugal wordt onderdeel van Moors Spanje

Er braken echter onrustige tijden aan toen de islamitische Moren het Iberisch schiereiland in 711 binnenvielen. De Moren versloegen de Visigoten in de slag van Guadalete en Lissabon viel in hun handen. Zij dreven de christenen terug tot voorbij de Rio Minho die nog steeds de noordgrens tussen Spanje en Portugal vormt. De Moren spraken over Al-Gharb (het Westen). De naam van het gebied Algarve is hiervan afgeleid. Portugal werd een onderdeel van Moors Spanje dat bestuurd werd door de dynastie van de Omajjaden in Cordoba.

De christenen wisten zich te handhaven in Noord-Spanje. Van daaruit begon de Reconquista (herovering). De Reconquista lag aan de basis van de vorming van de Portugese natie. Historici menen dat deze in 718 begon met de christelijke overwinning in de slag bij Covadonga. De koningen van Asturië en León veroverden steeds meer gebieden, zo kwamen de Portugese steden Porto en Coimbra in 868 en 878 in christelijke handen. Aangetekend moet worden dat de moslim-leiders aanvankelijk tolerant waren. Dat veranderde echter toen de invloed van de Omajjaden afnam en intolerante islamitische groeperingen het heft in handen namen.

Straatbeeld in Lissabon. (Foto: Diego Garcia via Unsplash)

4. Lissabon wordt hoofdstad

In de twaalfde eeuw kreeg koning Alfonso Henriques de controle over Portugal. Hij veroverde in 1147 Lissabon en in 1179 erkende paus Alexander III zijn koningschap: een staat was geboren. In 1260 werd de hoofdstad van Portugal verplaatst van Coimbra naar Lissabon. Bij het verdrag van Alcañices (1297) werden de grenzen definitief vastgesteld.

In deze staat ontwikkelde zich een bloeiende katholieke cultuur. Er werden in heel het land kloosters gesticht en er ontstonden theologische studiecentra, onder andere in Coimbra. In 1288 kwam de universiteit van Lissabon tot stand die later verplaatst werd naar Coimbra. Een van de vertegenwoordigers van die bloeitijd was de heilige Antonius van Padua die in 1195 in Lissabon geboren werd. Hij was een volgeling van Franciscus van Assisi.

5. Portugese ontdekkingsreizigers

In de nieuwe staat bestond er een nauwe band tussen Kerk en staat. In de vijftiende en zestiende eeuw groeide het land aan de Atlantische Oceaan uit tot een wereldmacht. Een van de grote koningen uit die tijd is Hendrik de Zeevaarder. Deze ondernemende koning zocht wegen om zijn rijkdom te vergroten. Het was de tijd van ontdekkingsreizigers als Vasco di Gama, Pedro Carbal en Ferdinand Magellaan. En van kolonialisme. Er was een grote rivaliteit tussen Portugal en die andere zeevarende grootmacht, Spanje. Paus Alexander VI bemiddelde tussen de twee landen, die het verdrag van Tordesillas sloten, waarbij recent ontdekte en nog te ontdekken gebieden tussen deze twee landen werden verdeeld. Zo werd bijvoorbeeld Brazilië een Portugese kolonie. In het voetspoor van de ontdekkingsreizigers volgden de missionarissen. Een van de belangrijke heiligen uit deze periode is de heilige Franciscus Xaverius (1506-1552).

Ronan Furuta via Unsplash.

6. Spanningen tussen Kerk en staat

De staat had een grote invloed op de Kerk. Dat had ook keerzijden. Zo was de inquisitie een instrument in handen van de koning. De in Portugal levende Joden vormden een doelwit. In de tweede helft van de zeventiende eeuw probeerde de staat steeds meer greep op de Kerk te krijgen. In de achttiende eeuw onder koning José I (1750-1777) verbrak de eerste minister, de markies van Pombal, de betrekkingen met de Heilige Stoel. In 1759 dwong hij de jezuïeten het land te verlaten.

In 1820 brak er voor de Kerk een nog moeilijker tijd aan. In dat jaar kwam er een einde aan de absolute monarchie. Het was het jaar van de Liberale Revolutie. De wortels van deze revolutie lagen in de Franse Revolutie van 1789 met haar antikerkelijke ideeën. De liberalen maakten een einde aan de voorrechten van adel en geestelijkheid. Mannelijke religieuzen moesten het land verlaten, terwijl de vrouwelijke ordes geen novicen meer mochten aannemen.

Gedurende de negentiende eeuw was Portugal een verdeeld land. Aan de ene kant stonden de liberalen, aan de andere de Kerk en de aanhangers van de monarchie.

Straatbeeld in Lissabon. (Foto: Julian Dik via Unsplash)

7. Portugal krijgt te maken met staatsgrepen

In 1910 werd Portugal een Republiek. De leiders waren anti-kerkelijk. Hun maatregelen riepen zoveel verzet op dat de Kerk weer invloed kreeg. In 1917 vond er een staatsgreep plaats. Nadien kreeg de Kerk enige rust. Het is in deze context dat Maria in 1917 in Fatima aan de drie herderskinderen Lucia dos Santos, Jacintha en Francesco verscheen.

Door al deze verwikkelingen raakte Portugal in een crisis. In 1926 vond er weer een staatsgreep plaats, waarbij generaal Oscar Carmona de macht kreeg. Feitelijk oefende zijn eerste minister Antonio Salazar het gezag uit. Salazar herstelde de samenwerking met de Kerk en sloot concordaten (overeenkomsten) met de Heilige Stoel. Het regime van Salazar ontwikkelde autoritaire trekken waartegen verzet ontstond.

In 1974 vond er opnieuw een staatsgreep plaats (de Anjerrevolutie) waarbij een regering van nationale eenheid aan de macht kwam. Deze maakte een einde aan de koloniale erfenis en verschillende voormalige koloniën werden onafhankelijk. Het land werd een democratische republiek. In 1986 werd Portugal lid van de Europese Unie.

8. Nieuwe verhoudingen

De Kerk zocht haar weg in nieuwe verhoudingen. Deze kregen hun beslag in het concordaat van 2004. De Kerk erkent de godsdienstvrijheid en de staat erkent het recht van de Kerk haar geloof te belijden. De Kerk heeft het recht om op openbare scholen godsdienstles te geven. De staat erkent ook het kerkelijk huwelijk. Momenteel behoort Portugal tot de meest religieuze landen van Europa waar de Kerk ook in het openbare leven een belangrijke rol vervult.

Beeld van Christus Koning bij Almada, dat uitkijkt over Lissabon. Het beeld werd gebouwd in opdracht van Salazar (zie in de tekst hierboven) en is gebaseerd op het beroemde standbeeld Christus de Verlosser in Rio de Janeiro. (Foto: Motoki Tonn via Unsplash)

Lees ook

Illustratie

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en mis niets

Wij zijn uw inschrijving aan het verwerken.

Bedankt voor uw inschrijving op onze digitale nieuwsbrief.

Er is iets mis gegaan bij het verwerken van uw inschrijving.

× Deze popup niet meer weergeven