Op Sacramentsdag kunnen we de communie weer ontvangen

door: Jan Peeters

09 juni 2020

foto's door: Ramon Mangold

Op Sacramentsdag kunnen we de communie weer ontvangen

Voor het eerst sinds het uitbreken van de coronacrisis kan op zondag 14 juni weer de eucharistie worden uitgereikt. Bijzonder is dat juist op deze zondag Sacramentsdag wordt gevierd. Wat is de oorsprong van dit hoogfeest? En wat is de betekenis voor ons nu?

De oorsprong van het hoogfeest van Sacramentsdag ligt in de middeleeuwen. In visioenen aan de heilige Juliana van Cornillon (1192/93-1258) zou de Heer de Kerk gevraagd hebben een speciaal feest in te stellen ter ere van de eucharistie. Juliana was augustines in Luik, waar al langer veel aandacht was voor de eucharistie. Bekend is dat er groepen vrouwen zich wijdden aan de aanbidding, het vurig ontvangen van de communie en werken van naastenliefde. In dat klimaat kon ook de theologie over de eucharistie gedijen en zich verdiepen.

Twintig jaar lang overdacht, bemediteerde en bad zij over de wens van de Heer en besprak die met twee andere vrome vrouwen. Na de instemming van eminente theologen verkregen te hebben, legde zij Jezus’ wens voor aan Robert de Thourotte, van 1240 tot zijn dood in 1246 bisschop van Luik.

Het ging om de instelling van een liturgisch feest waarop de gelovigen de eucharistie konden aanbidden, opdat hun geloof zou groeien, zij vooruitgang zouden maken in de beoefening van de deugden en eerherstel geven voor de beledigingen tegenover het Allerheiligste Sacrament.

Zo werd het feest voor het eerst in het bisdom Luik en later in omringende bisdommen ingevoerd.

Juliana van Cornillon kreeg te maken met flinke tegenwerking en werd zelfs verbannen uit haar klooster. De latere paus Urbanus IV had haar leren kennen toen hij als aartsdiaken in Luik werkte. Hij voerde het in 1264 als verplicht hoogfeest in voor de hele Kerk, hetgeen later nog eens door het Concilie van Vienne (1311-1312) werd bevestigd.

In de instellingsbul, ‘Transiturus de hoc mundo’ (Alvorens de wereld te verlaten), schrijft paus Urbanus: “Alhoewel de eucharistie elke dag plechtig gevierd wordt, achten wij het juist (...) dat het ten minste eens per jaar met nog grotere plechtigheid gevierd wordt. (...) In deze sacramentele gedachtenis van Christus is Jezus Christus, zij het onder een andere gedaante, in zijn eigen substantie bij ons aanwezig. Toen Hij zou opstijgen ten hemel, zei Hij namelijk: ‘Ik ben met u alle dagen tot de voleinding der wereld’ (Matteüs 28, 20).”

Hij vroeg één van de grootste theologen uit de kerkgeschiedenis, de heilige Thomas van Aquino (1225-1274) voor dit grote feest liturgische teksten te schrijven die wij nog altijd zingen, waaronder het Pange Lingua en Tantum Ergo. Paus Benedictus XVI noemt ze “meesterwerken waarin theologie en poëzie met elkaar vermengd zijn. Het zijn teksten die de snaren van het hart doen trillen om de lof en dankbaarheid aan het Allerheiligste Sacrament uit te drukken. Terwijl het verstand met bewondering doordringt in het mysterie, erkent het in de eucharistie de levende en waarachtige aanwezigheid van Jezus, van zijn liefdesoffer dat ons met de Vader verzoent en ons het heil geeft.”

“Het Sacrament van Christus’ liefde moet heel het dagelijks leven doordringen.”

Tijdens zijn pontificaat heeft de emeritus-paus meermaals bij de betekenis van Sacramentsdag stilgestaan. Daarbij heeft hij dingen gezegd die juist nu een extra accent hebben gekregen doordat drie maanden lang het deelnemen aan de eucharistieviering en het ontvangen van de Heer onmogelijk was. Het is door velen als een groot en pijnlijk gemis ervaren, zoals ook de bisschoppen in hun Pinksterbrief schrijven. Deze bijzondere omstandigheden bieden een uitgelezen kans om met nieuwe ogen naar de eucharistie te kijken en Gods eucharistische aanwezigheid dieper tot ons door te laten dringen.

In zijn laatste preek als paus op Sacramentsdag spreekt Benedictus XVI over de noodzaak de (onbedoelde) overaccentuering van de eucharistieviering na het Tweede Vaticaans Concilie bij te sturen. Die is “ten koste gegaan van de aanbidding als een daad van geloof en gebed tot de Heer Jezus, die werkelijk aanwezig is in het altaarsacrament. Deze onevenwichtigheid heeft ook weerslag gehad op het geestelijk leven van de gelovigen. Als men namelijk heel de band met de eucharistische Jezus concentreert op het moment van de heilige Mis alleen, loopt men het gevaar de overige tijd en ruimte te beroven van zijn aanwezigheid. Zo ziet men minder de zin van Jezus’ blijvende aanwezigheid onder ons en met ons, een concrete, nabije aanwezigheid te midden van onze huizen, als het Kloppende Hart van de stad, van het land, het grondgebied en zijn verschillende expressies en activiteiten. Het Sacrament van Christus’ liefde moet heel het dagelijks leven doordringen.”

“Het weinige dat je hebt, is veel in de ogen van Jezus als je het niet voor jezelf houdt.”

Hij wijst erop dat de eucharistieviering en aanbidding elkaar aanvullen. De ‘eucharistische wake’ voorafgaand aan de heilige Mis, bereidt de harten voor op de ontmoeting, zodat zij er vruchtbaarder door wordt. “Samen langere tijd in stilte bij de Heer verblijven die in zijn sacrament aanwezig is, is één van de meest authentieke ervaringen van ons Kerk-zijn, die complementair begeleid wordt door die van de eucharistieviering waar naar Gods woord geluisterd wordt, gezongen wordt, waar men samen tot de tafel van het Levensbrood nadert. (…) Dierbare vrienden, de trouwe ontmoeting met de eucharistische Christus in de zondagsmis is essentieel voor de weg van het geloof, maar laten we ook proberen de Heer regelmatig te bezoeken, die aanwezig is in het tabernakel! Als we in aanbidding naar de geconsacreerde hostie kijken, ontmoeten wij de gave van Gods liefde, ontmoeten wij het Lijden en het Kruis van Jezus evenals zijn Verrijzenis. Het is precies door onze blik van aanbidding dat de Heer ons tot Hem trekt in zijn mysterie, om ons om te vormen zoals Hij brood en wijn omvormt.”

Zo vormde Hij mensen als Moeder Teresa en Peerke Donders, die hun kracht putten uit de momenten van stil samenzijn met Jezus in de eucharistie.

Paus Franciscus moedigde ons vorig jaar in zijn preek van Sacramentsdag aan diezelfde beweging te maken: “In onze stad die hongert naar liefde en aandacht, die lijdt onder ontwaarding en verwaarlozing, tegenover de vele eenzame bejaarden, gezinnen in problemen, jongeren die moeilijk hun kost kunnen verdienen en hun dromen voeden, zegt de Heer u: geef jullie ze maar te eten. En je kunt antwoorden: ik heb weinig, ik ben er niet toe in staat. Dat is niet waar, het weinige dat je hebt, is veel in de ogen van Jezus als je het niet voor jezelf houdt, als je het waagt. En je bent niet alleen: je hebt de eucharistie, het Brood voor onderweg, het Brood van Jezus.”

En dat is waar we op Sacramentsdag, méér nog dan anders, bij stilstaan.

Lees ook

Illustratie

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en mis niets

Wij zijn uw inschrijving aan het verwerken.

Bedankt voor uw inschrijving op onze digitale nieuwsbrief.

Er is iets mis gegaan bij het verwerken van uw inschrijving.

× Deze popup niet meer weergeven