#Geloven-hoe-zit-dat? Moet je een ander altijd helpen?

door: Redactie

18 maart 2023

Video door: Fatima Naumann

De sociale leer van de katholieke Kerk heeft vier principes of uitgangspunten. Zij vormen het echte hart van heel het katholiek handelen. Christenen kennen het zogenaamde “gebod tot hulp”. Dat houdt in dat wanneer een persoon of een groep een probleem heeft dat men niet zelf kan oplossen, het ‘erboven’ liggende niveau moet helpen. Denk bijvoorbeeld aan maatschappelijke organisaties die gezinnen helpen, of het rijke landen die armere landen helpen.

In deze derde aflevering uit een reeks van vier gaat het over subsidiariteit. Mensen moeten vrij zijn om hun eigen keuzes te kunnen maken bij het oplossen van hun problemen. Maar als dat niet lukt, moet je helpen. Waar waarschuwt de katholieke Kerk in zo’n geval voor? Moet je een ander altijd helpen? Bekijk de video!

Wil je meer weten? Lees dan de DOCAT. De DOCAT is de katholieke sociale leer in een eenvoudige vraag-en-antwoordvorm. Lees hieronder alvast verder. De nummers tussen haakjes verwijzen naar het nummer van de vraag in de DOCAT.

Stan werkt op school en is docent levensbeschouwing. Hij heeft deze vragen voor je:

  • Kun je in eigen woorden vertellen wat subsidiariteit inhoudt?
  • Kun je daar ook zelf een voorbeeld bij bedenken dat actueel is?
  • Wat vind je positief aan dat voorbeeld, en dus aan het beginsel van subsidiariteit?
  • Wat vind je er moeilijk aan als het gaat om de praktische toepassing?

Ga voor meer informatie naar de DOCAT playlist op YouTube en naar docat.nl

Subsidiariteit volgens de DOCAT

(De nummers tussen haakjes verwijzen naar de DOCAT.)

Gebod tot hulp

“Men helpt de mensen niet wanneer men voor ze doet wat ze zelf ook zouden kunnen doen”, zei Abraham Lincoln (1809-1865), president van de Verenigde Staten. Christenen kennen het zogeheten “gebod tot hulp”. Dat houdt in dat wanneer een individu of een groep een probleem (noodzakelijke levensonderhoud bijvoorbeeld) niet zelf kan oplossen, het ‘erboven’ liggende niveau hulp moet bieden op het op te lossen. Het erboven liggende niveau kan een maatschappelijke instantie zijn, zoals de overheid, maar het kan ook een geprivilegieerde groep zijn, zoals het rijke Westen naar de Derde wereldlanden.

Het gebod tot hulp heeft Bijbelse wortels. Zo spreekt Paulus in zijn brief aan de christenen van Rome (15, 25-vv.) en Korinte (16, 1-vv.) over een collecte die gehouden wordt ten behoeve van de armen in Jeruzalem. Bovendien, zo zegt de apostel Jakobus, geloof uit zich in daden: “Stel dat een broeder of zuster geen kleren heeft en niets te eten, en iemand van u zou zeggen: ‘Geluk ermee! Houd u warm en goed!...’ – Zo is ook het geloof, op zichzelf genomen, zonder zich in daden te uiten, dood” (Jakobus 2, 15-vv.).

Afhankelijkheid?

Maar het gebod tot hulp mag niet tot sterke afhankelijkheid leiden. Wanneer het lagere niveau een probleem zelf kan oplossen (met ondersteuning van het hogere), moet zij het zelf oplossen. Dat noemt de sociale leer van de Kerk het subsidiariteitsbeginsel: het verbod op het naar zich toe trekken van competenties (95). Wanneer een gezin bijvoorbeeld problemen heeft, mag een overheid of andere instantie pas ingrijpen, wanneer het gezin of de ouders de problemen niet zelf kunnen oplossen.

Het subsidiariteitsbeginsel is belangrijk omdat het ten diepste raakt aan de vrijheid en de waardigheid van de menselijke persoon. Op de eerste plaats moet dit beginsel de vrijheid van individuen en groepen versterken, door een groeiende en mogelijk beklemmende afhankelijk te verhinderen. Daarnaast moet het beginsel het eigen initiatief van individuen en groepen versterken, omdat zij het beste kunnen weten wat ze nodig hebben en hoe ze dat kunnen bereiken. En tenslotte is weten dat je zelf iets tot stand kan brengen belangrijk voor het gevoel van je eigen waardigheid.

Vrijheid en verantwoordelijkheid

Omgekeerd betekent het dat het individu of de groep die hulp of ondersteuning nodig heeft het niet zomaar kan afschuiven op het gebod tot hulp. Alleen wanneer er overvraagd wordt, kan men aanspraak maken op het gebod tot hulp (97). En wanneer er overvraagd wordt, is de christen geroepen zich zonder voorbehoud in te zetten, en geen enkel individu of gebied uit te sluiten.

Participatie is daarom een belangrijk element bij het beginsel van subsidiariteit. Christenen willen op een solidaire en constructieve wijze participeren aan de toekomst van een rechtvaardige gemeenschap (98). Zo nemen zij hun verantwoordelijkheid voor maatschappij en wereld, zonder de eigen vrijheid en verantwoordelijkheid van een individu of groep aan te tasten. Participatie gaat niet uit van het eigen belang, maar het algemeen welzijn. Uitsluiten van participatie, wat hetzelfde betekent als anderen tot afhankelijkheid veroordelen, is een overtreding van het gebod van het respect voor de menselijke persoon en waardigheid (99).

Lees ook

Illustratie

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en mis niets

Wij zijn uw inschrijving aan het verwerken.

Bedankt voor uw inschrijving op onze digitale nieuwsbrief.

Er is iets mis gegaan bij het verwerken van uw inschrijving.

× Deze popup niet meer weergeven